Sprekers

Prof.dr. Jan Schols




Orthodontisch “openen of sluiten”: Wisselende perspectieven in de afgelopen decennia

Bij de behandelingsplanning van patiënten met agenesie, prematuur verlies of trauma worden we vaak voor de keuze gesteld tussen een orthodontische oplossing of een prothetisch alternatief. In de afgelopen decennia zijn door maatschappelijke tendensen, patiënt afhankelijke factoren en ook technologische ontwikkelingen in materialen en mogelijkheden meerdere behandelstrategieën opgekomen en weer verlaten. Met het thema van dit congres, “openen of sluiten”, in het achterhoofd, wordt hiervan in deze inleidende presentatie een overzicht gegeven, die tot de hedendaagse opvattingen over het behandelbeleid hebben geleid.

CV Jan Schols

Prof. Dr. J.G.J.H. (Jan) Schols (08-03-1959) studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Nijmegen van 1977 - 1982 en werkte vervolgens als tandarts algemeen practicus in Voerde (Duitsland). Na zijn specialistenopleiding Orthodontie (1983 - 1987) behaalde hij in juni 1988 een doctoraat in de medische wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij bleef parttime werkzaam als staflid bij de afdeling Orthodontie en Craniofaciale Biologie van het Radboud Universitair Medisch Centrum Nijmegen en ook bij de Katholieke Universiteit Leuven en combineerde dit tot december 2014 met een eigen orthodontische praktijk in Waalwijk. In 2015 werd hij Hoofd van de afdeling Orthodontie en Craniofaciale Biologie en tot 1 mei 2020 was hij tevens opleider voor het specialisme Dento-Maxillaire-Orthopaedie bij het RadboudUMC in Nijmegen In april 2021 werd hij aangesteld als medisch directeur van het Centrum voor Mond en Gelaat van het RadboudUMC en in oktober 2021 benoemd tot Hoogleraar Orthodontie bij de afdeling Tandheelkunde.



Aldin Kapetanović



Openen van de mediane sutuur: wat zien we eigenlijk skeletaal

Deze lezing behandelt de mediane bovenkaaksverbreding doorheen de jaren, zowel bij groeiende kinderen als bij volwassenen. De verschillende technieken komen aan de beurt, elk met hun eigen voor- en nadelen. Wat we zien op klinisch niveau wordt besproken en vervolgens wordt ingezoomd op het skeletaal niveau. Er treden namelijk veranderingen op in de verschillende vlakken: transversaal, sagittaal en verticaal. Dit wordt aan de hand van patiëntcasuïstiek en röntgenfoto’s geïllustreerd. Tevens worden recente ontwikkelingen op het vlak van verbreding van de bovenkaak besproken, met name de non-chirurgische techniek voor volwassenen: Miniscrew-Assisted Rapid Palatal Expansion (MARPE) en zijn effecten.

CV Aldin Kapetanović

Aldin Kapetanović is orthodontist en wetenschappelijk onderzoeker. Na zijn afstuderen als tandarts aan de KU Leuven in 2012 volgde hij de specialistenopleiding in orthodontie aan de Radboud Universiteit Nijmegen waar hij in 2019 afstudeerde. In 2018 begon hij aan zijn promotieonderzoek over MARPE onder het promotorschap van professor Schols, orthodontie, en professor Bergé, MKA, wat het multidisciplinaire karakter van het onderwerp weerspiegelt. In het kader van zijn promotieonderzoek publiceerden ze verschillende artikels en ontwikkelden ze de Dutch Maxillary Expansion Device. Aldin combineert onderzoek met klinisch werk als orthodontist.




Dr. Hans von den Hoff & Dr.ir. Frank Wagener

Openen en sluiten; Wat is de biologie?

Vanuit een klinisch perspectief kunnen we bij openen en sluiten denken aan bijvoorbeeld het openen van de midpalatinale sutuur of het sluiten van een extractiediasteem. In deze presentatie zullen we ingaan op de achterliggende biologische processen zoals botgroei vanuit de suturen en botremodellering tijdens orthodontische tandverplaatsing, die deze behandelingen mogelijk maken. Uiteindelijk maken we ook een uitstapje naar ons eigen onderzoek aan wondgenezing na de chirurgische sluiting van een schisis en de klinische problemen die optreden als gevolg van littekenvorming op het palatum.  Ons onderzoek is erop gericht littekenvorming na chirurgie te verminderen zodat groeiverstoring van de bovenkaak en spraakproblemen voorkomen kunnen worden.

CV Hans von den Hoff

1982-1989 Biology at the University of Nijmegen. Main courses in Cell biology and Microbiology. 1990-1993 PhD in Medical Sciences on the subject ‘Proteoglycan homeostasis in articular cartilage’ at the University of Amsterdam, Amsterdam. Hans Von den Hoff is staff member and Assistant Professor of the department of Orthodontics and Craniofacial Biology. He is strongly involved in teaching for postgraduate students in orthodontics and graduate students in dentistry. He also developed a research line on the molecular etiology of cleft lip and palate.

Link naar CV Von den Hoff


CV Frank Wagener

MSc Molecular Sciences; specialisms: biotechnology & chemical biology, Wageningen - University, 1994
PhD RadboudUMC (in part, at Rockefeller University and New York Medical College, NY, USA), 2002 “The heme-heme oxygenase system in inflammation” Promotors: Carl Figdor, Theo de Witte & Gosse Adema

Staff member and Assistant professor of Orthodontics and Craniofacial Biology-Dentistry. He teach postgraduate students in orthodontics, bachelor and master students in dentistry, biology, biomedical sciences, and molecular life sciences, and PhD students.

Link naar CV Von den Hoff




Dr. Edwin Ongkosuwito & Maaike Stalpers

Zeldzame tandafwijkingen “openen of sluiten?”

Maaike Stalpers


Maaike Stalpers studeert in 2007 af als tandarts aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze start daar vrijwel meteen op het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde om te werken in de maxillofaciale prothetiek. Daarnaast heeft ze in diverse algemene praktijken werkervaring opgedaan. Na het behalen van de titel maxillofaciale prothetist in 2015 stopt ze definitief met de algemene praktijk. Ze werkt dan naast het CBT in Nijmegen nog 3 jaar op het CBT in het JBZ in den Bosch en 2 jaar in het CBT Amphia in Breda. Momenteel is ze volledig werkzaam op het CBT in Nijmegen waar ze zich zeer breed bezighoudt met de mondzorg voor moeilijke patiënten. Naast aangeboren en verworven afwijkingen behandelt ze ook veel patiënten met acceptatieproblematiek waarbij psychosociale factoren meer dan eens een rol spelen.

Dr. Edwin Ongkosuwito




Stephan Kusters



De melkmolaar “use it or break it?”

Bij agenesie van een tweede melkmolaar in de onderkaak zijn er meerdere behandel-opties. Naast behoud van de melkmolaar kan het sluiten van het diasteem na extractie (in 2 delen) een behandeloptie zijn. In deze lezing wordt ingegaan op de procedure, en voordelen (behouden brede processus en spontane mesialisatie eerste molaar) van het eerst verwijderen van het distale deel van de betreffende melkmolaar. Aan de hand van klinische voorbeelden worden timing en resultaten getoond.

CV Stephan Kusters
  • 1985-1989 opleiding tot orthodontist Radboud UMC Nijmegen
  • 1989-heden Eigen praktijk in Zevenaar
  • 2011-heden Tweede orthodontist in de praktijk
  • 2018-heden Supervisor orthodontist klinisch onderwijs Radboud UMC




Dr. Djien Tan



Het autotransplantaat “take it or leave it?“

Autotransplantaties dateert al vanuit de middeleeuwen, kreeg zijn fundament rond 1950 in Scandinavië (Oslo en Kopenhagen) en heeft de laatste decennia sterk aan populariteit gewonnen, mede door de komst van multidisciplinaire behandelcentra. Een autotransplantatie van een vitaal element (meestal de premolaar) naar het front is inmiddels een algemeen bekende procedure, maar er zijn nog vele andere mogelijkheden qua autotransplantaties. Zo kunnen wij denken aan autotransplantaties van a-vitale elementen, autotransplantaties van andere elementen dan de premolaren, of autotransplantaties naar andere locaties en is er inmiddels een breed indicatie gebied. Echter, wat zijn dan de voor- en nadelen van de autotransplantaties ten opzichte van andere alternatieven? In deze lezing zal getracht worden welke mogelijkheden er zijn rondom autotransplantaties, welke indicatiegebieden er zijn en wanneer welke keuze gemaakt kan worden, met andere woorden, take it or leave it!

CV Djien Tan

Djien Tan is opgegroeid in Rotterdam en heeft zijn VWO-diploma gehaald aan het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam. Zijn studie tandheelkunde heeft hij aan de Katholieke Universiteit Leuven (België) afgerond in 2000. Na zijn studie heeft Djien als tandarts bij diverse praktijken gewerkt, heeft hij economie gestudeerd aan de HES School of Business in Amsterdam en zich tijdelijk in Brazilië gevestigd om als tandarts-vrijwilliger te werken aan het ‘Zahnärtzliches Hilfsproject’. Zijn opleiding tot specialist in de Dento-Maxillaire Orthopedie heeft Djien gevolgd aan het Radboud Universitair Medisch Centrum te Nijmegen van 2005 tot 2009. Tijdens zijn specialisatie heeft hij diverse artikelen en publicaties geschreven. In 2002 startte hij zijn PhD met het onderwerp “Osteocyt apoptose en botaanpassing” aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, welke hij succesvol heeft afgerond in 2008.

Sinds 2009 is Djien Tan eigenaar van de praktijk Ortho Tan, waar hij zijn beroep als orthodontist met veel plezier en passie uitoefent. Zijn visie en doel is om patiënten met een prachtige glimlach, in harmonie met het gelaat, de praktijk te laten verlaten door middel van de modernste technieken en continue bijscholing. In zijn vrije tijd besteedt hij veel tijd aan gezin, sporten, vrienden en reizen.



Dr. Mette Kuijpers & Titiaan Dormaar

De enkelzijdige schisis “openen of sluiten?”

Maaike Stalpers


De enkelzijdige schisis “openen of sluiten?”

Transplantatie van bot in de spleet in de processus alveolaris is een essentieel onderdeel van de behandeling van patiënten met een gnathoschisis. Dit onderdeel van de behandeling legt de basis voor een succesvolle orthodontische therapie. Na de bottransplantatie kan een reguliere orthodontische behandeling gestart worden of moet verdere groei afgewacht worden. Behandelingen, maar ook wachten, hebben effect op het bottransplantaat, waarbij er afhankelijk van gebitsontwikkeling, leeftijd en littekenweefsel gezocht moet worden naar een goede oplossing. Mogelijkheden, belangrijke overwegingen en eventuele beperkingen worden besproken.

CV Mette Kuijpers

Mette Kuijpers voltooide haar studie tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en haar opleiding orthodontie aan de Universiteit van Genève, Zwitserland. Vervolgens werd zij staflid orthodontist aan het Radboudumc en promoveerde aan de Radboud Universiteit. Zij is lid van het schisis- en craniofaciale team van het Amalia Kinderziekenhuis van het Radboudumc. Tevens is zij plaatsvervangend opleider van de opleiding orthodontie aan het Radboudumc en geeft zij onderwijs aan studenten Tandheelkunde. Haar klinische en onderzoeksinteresse omvat craniofaciale orthodontie, spierziekten, juveniele idiopathische artritis en orthodontie voor personen met speciale behoeften. Ze heeft meer dan 30 onderzoeksartikelen gepubliceerd over deze onderwerpen.

Titiaan Dormaar



Dr. Jan- Willem Hoekstra


Orthodontische mini-implantaten en osseointegratie

Tegenwoordig zijn orthodontische mini-implantaten (OMIs) een wijd gebruikte behandeloptie voor skeletale verankering. In vergelijking met conventionele verankeringsmethoden bieden OMIs meer effectieve verankering met minder afhankelijkheid van de medewerking van de patiënt. Een van de obstakels voor het laagdrempelig indiceren van een OMI is de kans op falen. In de literatuur wordt beschreven dat 11,5 tot 15,9% van de OMIs vroegtijdig verloren gaat, waarna noodzaak ontstaat tot het opnieuw plaatsen dan wel het herzien van het behandelplan.

Traditioneel worden OMIs met een glad oppervlak geproduceerd. De gedachte hierachter was dat de implantaten geen effectieve osseointegratie nodig hadden om in situ te blijven tot het einde van de orthodontische behandeling. Met kennis uit de conventionele orale implantologie en de inzichten verworven uit de literatuur over OMIs kan deze gedachtegang worden heroverwogen. Tijdens deze lezing nemen we u mee in dit gedachtegoed met alles over de stabiliteit, mogelijke oppervlaktebehandelingen en osseointegratie van het orthodontisch mini-implantaat.

CV Jan Willem Hoekstra

Jan Willem Hoekstra studeerde in 2005 af als tandarts aan de (toen nog) Katholieke Universiteit Nijmegen. Na enkele jaren in de algemene praktijk keerde hij in 2007 parttime terug naar de universiteit voor een promotieonderzoek naar botvervangende materialen bij implantologie, waar hij in 2013 op promoveerde. In 2010 verruilde hij de algemene praktijk voor het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) van het Radboudumc, waar hij zich bezighield met maxillofaciale prothetiek, implantologie en voornamelijk oligodontie. In 2015 verkreeg hij de NVOI erkenning als implantoloog en in 2017 werd hij hoofd van het CBT. In 2020 startte hij met de specialistenopleiding Dento-Maxillaire Orthopedie aan het Radboudumc en werd hij co-promotor van Thijs van den Braak.